Hyperrealisme
Hyperrealisme (ook: fotorealisme of superrealisme) is een stroming in de postmoderne schilderkunst en beeldhouwkunst uit de jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw. In deze figuratieve stijl wordt de werkelijkheid op een zo realistisch en neutraal mogelijke manier weergegeven.
Geschiedenis
In de Verenigde Staten ontstond in de late jaren zestig, vooral in Californië en in New York, een vooral picturale tendens die zich keerde tegen de opeenvolgende avant-gardistische stromingen in de kunst zoals bodyart, arte povera, conceptuele kunst en land art.
Vormen van hyperrealisme waren ook te herkennen in de beeldhouwkunst, waar bijvoorbeeld Duane Hanson zeer realistische beelden maakte van gewone mensen zoals men deze in alledaagse situaties zou kunnen aantreffen, als het ware uit het leven gegrepen; een vrouw met een supermarktwagentje, een man op een bank, een zwerver op de grond tussen lege flessen en rommel.
Het hyperrealisme was vooral actueel als nieuwe tendens in de hedendaagse kunst tussen ongeveer 1965 en 1975; de stijl leeft echter tot op heden voort in het werk van zowel de pioniers als latere generaties.
Kenmerken
Hyperrealisme ontstaat als virtuoze, bijna fotografische weergave van het onderwerp, zonder expressie van persoonlijke emoties, met een klinische precisie tot in het fijnste detail uitgewerkt en daarbij een welhaast 'koele' objectiviteit etalerend.
Kenmerken van het hyperrealisme zijn:
- het isoleren van een fragment uit de werkelijkheid
- meer dan levensecht weergeven van de werkelijkheid, omdat alles even scherp in beeld wordt gebracht
- soms ook: intensivering door schaalvergroting
Kunstenaars
Amerika: Chuck Close, Richard Estes, Duane Hanson
Australië: Ron Mueck
België: Willem Dolphyn, Pol Mara, Roger Wittevrongel
Nederland: Cor Groenenberg, Jurjen de Haan, Tjalf Sparnaay
Turkije: Taner Ceylan
In de Verenigde Staten ontstond in de late jaren zestig, vooral in Californië en in New York, een vooral picturale tendens die zich keerde tegen de opeenvolgende avant-gardistische stromingen in de kunst zoals bodyart, arte povera, conceptuele kunst en land art.
Vormen van hyperrealisme waren ook te herkennen in de beeldhouwkunst, waar bijvoorbeeld Duane Hanson zeer realistische beelden maakte van gewone mensen zoals men deze in alledaagse situaties zou kunnen aantreffen, als het ware uit het leven gegrepen; een vrouw met een supermarktwagentje, een man op een bank, een zwerver op de grond tussen lege flessen en rommel.
Het hyperrealisme was vooral actueel als nieuwe tendens in de hedendaagse kunst tussen ongeveer 1965 en 1975; de stijl leeft echter tot op heden voort in het werk van zowel de pioniers als latere generaties.
Kenmerken
Hyperrealisme ontstaat als virtuoze, bijna fotografische weergave van het onderwerp, zonder expressie van persoonlijke emoties, met een klinische precisie tot in het fijnste detail uitgewerkt en daarbij een welhaast 'koele' objectiviteit etalerend.
Kenmerken van het hyperrealisme zijn:
- het isoleren van een fragment uit de werkelijkheid
- meer dan levensecht weergeven van de werkelijkheid, omdat alles even scherp in beeld wordt gebracht
- soms ook: intensivering door schaalvergroting
Kunstenaars
Amerika: Chuck Close, Richard Estes, Duane Hanson
Australië: Ron Mueck
België: Willem Dolphyn, Pol Mara, Roger Wittevrongel
Nederland: Cor Groenenberg, Jurjen de Haan, Tjalf Sparnaay
Turkije: Taner Ceylan